De échte waarde van geneesmiddelen
Het geneesmiddelenbudget staat onder druk. In de totale uitgaven van de gezondheidsuitgaven van het RIZIV vertegenwoordigen geneesmiddelen slechts iets meer dan 16 %. Een daling met bijna twee procentpunten t.o.v. in 2015. De groei van het geneesmiddelenbudget blijft significant achter op die van de andere uitgaven in de gezondheidszorg.
De prijzendruk wordt niet enkel opgevoerd op oudere geneesmiddelen, maar ook op de nieuwe, innovatieve geneesmiddelen. Terwijl deze laatsten nochtans enorme gezondheidswinsten opleveren voor de patiënten. Neem bijvoorbeeld kanker, spijtig genoeg de belangrijkste doodsoorzaak in ons land.
- Sinds de komst van de immunotherapieën is de 5-jaarsoverleving voor patiënten met gemetastaseerd melanoom tot 50 % gestegen. In 2010 was de 5-jaaroverleving slechts 5 %. Meer concreet betekent dit, dat in 2010 1 op 20 patiënten in leven was 5 jaar na de diagnose terwijl in 2019 1 op 2 patiënten nog in leven is na 5 jaar.
- De 5-jaarsoverleving van patiënten met HER2+ borstkanker is gestegen van 63 %, voor intrede anti-HER2 therapie, tot 88 %, na de intrede van anti-HER2 therapie. De prognose van deze zeer agressieve vorm van borstkanker is dus significant gestegen dankzij de gerichte, effectieve en goed tolereerbare behandelingen die deze therapieën met zich meebrengen.
- De 3-jaarsoverleving van patiënten met chronisch myeloïde leukemie is van 75,2 % in 2004 naar 88,7 % in 2017 gestegen. In deze periode kwamen voor de behandeling van chronisch myeloïde leukemie de tyrosine kinase inhibitoren in de Belgische richtlijnen.
- De 3-jaarsoverleving van patiënten met multiple myeloom is van 56,4 % in 2004 naar 67,4 % in 2017 gestegen. In deze periode kwamen voor de behandeling van multiple myeloom de proteasoom-inhibitoren in de Belgische richtlijnen.
- De 3-jaarsoverleving van patiënten met niet-kleincellige longkanker is van 6,3 % in 2013 naar 15,5 % in 2017 gestegen. In deze periode kwamen voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker de EGFR & ALK-inhibitoren, alsook immunotherapie in de Belgische richtlijnen.
- De 3-jaarsoverleving van patiënten met prostaatkanker is van 56,2 % in 2004 naar 66,2 % in 2017 gestegen. In deze periode kwamen de non-steroïdale anti-androgenen (NHA) voor de behandeling van prostaatkanker in de Belgische richtlijnen.
- De 3-jaarsoverleving van patiënten met niercelkanker is van 22,7 % in 2004 naar 34,3 % in 2014 gestegen. In deze periode kwamen o.a. de tyrosine kinase inhibitoren voor de behandeling van niercelkanker in de Belgische richtlijnen.
Deze ontwikkelingen tonen duidelijk de toegevoegde waarde van vele van de nieuwe innovatieve oncologische geneesmiddelen op de overleving van Belgische patiënten. Naast de betere effectiviteit zijn deze doelgerichte therapieën ook beter verdraagzaam t.o.v. de klassieke chemotherapie. Hoopgevende evoluties dus, die niet alleen voor een hogere levensverwachting maar ook voor een betere levenskwaliteit zorgen.
De prijs en terugbetaling van een geneesmiddel wordt bepaald in een strikt vastgelegd wettelijk kader. Daarbij wordt eerst een prijs vastgelegd door de prijzencommissie onder de verantwoordelijkheid van de minister van economie, waarbij een bedrijf een uitvoerig onderbouwd dossier dient neer te leggen voor goedkeuring. Vervolgens wordt op basis van de doeltreffendheid en de therapeutische en maatschappelijke waarde beslist over de hoogte van terugbetaling. Dit door een gespecialiseerd comité, waarin onder meer ziekenfondsen, zorgverstrekkers en wetenschappers zetelen.
De Belgische overheid voert daarbij de druk sterk op om grote kortingen te bekomen van de bedrijven, tot zelfs meer dan 40 %. Hiervoor wordt met de bedrijven onderhandeld om te komen tot tijdelijke overeenkomsten. Deze overeenkomsten, van meestal 3 jaar, werden in het leven geroepen om nieuwe behandelingen snel tot bij de patiënt te kunnen brengen waarbij het bedrijf de mogelijkheid geven wordt om de waarde van het geneesmiddel in een real-life setting te onderbouwen. Het bedrijf zal dus verder data en informatie verzamelen om de onzekerheden over de economische en/of klinische meerwaarde van het geneesmiddel weg te nemen en compenseert de overheid daarvoor doorgaans onder de vorm van het terugstorten van een vast percentage van de omzet en/of van een (oplopend) percentage van de omzet in functie van het bereiken of overschrijden van een afgesproken budget of volume.
Dit heeft als gevolg dat de nettokosten voor innovatieve geneesmiddelen aanmerkelijk lager liggen. In 2022 werd het geneesmiddelenbudget niet overschreden mede dankzij deze overeenkomsten.
In tegenstelling tot wat sommigen beweren, neemt het aandeel van de innovatieve geneesmiddelen in het totale geneesmiddelenbudget niet toe. Dat is eigenlijk vreemd. Indien zulke gezondheidswinsten kunnen worden gerealiseerd, dan loont het toch de moeite om als overheid daarin te willen investeren? De aankoop van elektrische wagens wordt toch ook door de overheid financieel aangemoedigd om het leefmilieu te verbeteren? Waarom dan niet innovatie ondersteunen voor de gezondheid van de bevolking?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van het reilen en zeilen binnen de farma-industrie, schrijf je dan in op onze nieuwsbrief!