15 % van het budget, 100 % van de besparingen: is dat normaal?
Wanneer er naar budgettaire ruimte wordt gezocht, wordt er bijna exclusief bespaard op de geneesmiddelenuitgaven. Het aandeel van de geneesmiddelenuitgaven in het globale RIZIV gezondheidszorgbudget bedraagt in 2024 15,7 % terwijl het in 2020 nog 17,2 % bedroeg. De andere gezondheidszorguitgaven stijgen dus al jaren sneller dan de geneesmiddelenuitgaven.
Het aandeel dat de geneesmiddelen moeten bijdragen in de besparingen is een veelvoud van die 15 %, tot zelfs 100 % in de jaren 2021, 2022 en 2024.
Sinds 2015 werd er zo een bedrag van 1.276,3 miljoen euro extra structurele besparingen opgelegd aan de geneesmiddelensector. “Extra”, want door de bij wet vastgelegde prijsdalingen die van toepassing zijn op alle off-patent geneesmiddelen, met of zonder concurrentie van generica of biosimilars, werd er sinds 2015 al 936,4 miljoen euro structureel bespaard.
De besparingen zijn niet kosteloos
Die grote besparingen hebben hun sporen nagelaten en gaan ten koste van de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor de patiënten in België. Van de 167 nieuwe geneesmiddelen goedgekeurd door EMA in de periode 2018 – 2022, werd op 1 januari 2023 minder dan de helft terugbetaald in België (46 %). In 2017 bedroeg dit percentage nog 56 %. België is daarmee nog hooguit een middenmotor, terwijl vergelijkbare Europese landen veel beter doen. En door de lage prijzen van oudere geneesmiddelen, zijn ondernemingen soms gedwongen die geneesmiddelen van de markt te halen. De patiënten zijn de dupe van dit harde besparingsbeleid. Hoog tijd om de andere 85 % van de uitgaven even kritisch tegen het licht te houden alvorens men nog meer snoeit in de geneesmiddelenprijzen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van het reilen en zeilen binnen de farma-industrie, schrijf je dan in op onze nieuwsbrief!