Wetenschap en ondernemerschap hand in hand voor de ziekten van morgen

De snelheid van wetenschappelijke doorbraken die leiden tot nieuwe behandelingen van ziekten is opmerkelijk. Grensverleggende geneesmiddelen hebben de afgelopen decennia hoop gegeven op genezing voor heel wat patiënten en hun naasten. Maar we zijn er nog niet. En de doorbraken van gisteren, volstaan niet voor de oplossingen van morgen. 

Neem bijvoorbeeld antibiotica; vooral door een verkeerd gebruik ervan, dreigen deze waardevolle geneesmiddelen hun werking te verliezen. Daarom is het belangrijk patiënten en zorgverstrekkers te wijzen op de risico’s, zodat banale infecties niet opnieuw levensbedreigend worden. Afgelopen week stond daarom in het teken van de strijd tegen antimicrobiële resistentie, een stille pandemie die onze zorg bedreigt. Inmiddels werken farmabedrijven mee aan oplossingen, en investeren zij in nieuwe doorbraakbehandelingen, om waar nodig nog het hoofd te kunnen bieden aan resistente bacteriën. Een andere ziekte die recent in de kijker stond, is diabetes. Een ziekte die vandaag één op de tien volwassenen in België treft. Gelukkig zien we indrukwekkende stappen vooruit. Nieuwe therapieën verminderen cardiovasculaire sterfte met 13 tot 38 %, verlagen het risico op hospitalisaties en dragen bij aan betere levenskwaliteit. De biofarmaceutische sector investeert in cel-, gen- en weefseltherapieën (ATMP’s) die in de toekomst zelfs de oorzaak van diabetes kunnen aanpakken in plaats van enkel de symptomen. 

Deze voorbeelden geven aan hoe belangrijk het is om wetenschap en ondernemerschap te blijven stimuleren en de wisselwerking ertussen te versterken. Want grensverleggende behandelingen zijn nog steeds nodig voor vele patiënten van morgen. Innovatie moet een prioriteit zijn en blijven. En dat moet een duidelijke beleidskeuze worden om gezondheid voor iedereen naar een hoger niveau te tillen.