De reële groei van de geneesmiddelenuitgaven is kleiner dan die voor het gezondheidszorgbudget in zijn geheel

Newsletter
Standpunt
Sector
Maatschappelijke impact
Gezondheidsbeleid
Begroting
Terugbetaling

Samengevat:

  • De overschrijding van het budget 2022 voor geneesmiddelen bedraagt volgens de nieuwe ramingen

    180,7 miljoen euro. In juni werd de overschrijding nog geschat op 122,7 mio euro. De toename is quasi volledig toe te schrijven aan de vertraging in de uitvoering van besparingen beslist voor 2021 en 2022. In de ramingen van juni was verondersteld dat de maatregelen volledig zouden uitgevoerd zijn maar werd reeds erkend dat er een vertraging was ten belope van 57 miljoen euro. Nu wordt die vertraging bij de overschrijding toegevoegd.
  • Het RIZIV bevestigt dat de maatregelen 2021 en 2022 in 2023 wel de voorziene structurele impact zullen hebben. Vervangende maatregelen zijn dus niet nodig.
  • Geneesmiddelen onder conventie art 81/111 liggen met zekerheid niet aan de basis van de overschrijding in 2022. De vergoedingsmassa van de apothekers overschrijdt evenwel met 40 miljoen euro het bedrag dat vermeld was in het budget 2022. De voorziene besparingsmaatregelen worden met vertraging ingevoerd, wat nog eens voor

    57 miljoen euro bijdraagt aan de overschrijding. Zeker is ook dat het budget voor 2022 onderraamd werd met slechts 1,6 % budgetgroei tegenover 6,2 % voor de andere sectoren in het gezondheidszorgbudget.
  • De overschrijding van 181 miljoen euro is niet structureel en wordt, in tegenstelling tot de andere sectoren die hun budget overschrijden, gedekt door de clawback.
  • De reële groei (dus zonder indexering) van de geneesmiddelenuitgaven in 2023 is kleiner dan die voor het gezondheidszorgbudget in zijn geheel en dit ondanks de overschrijding in 2022. De uitgaven voor geneesmiddelen ontsporen dus zeker niet en ook de uitgaven voor specifiek de innovatieve geneesmiddelen zijn goed onder controle. Sinds 2015 is de groei in de netto-uitgaven van in-patent geneesmiddelen vergelijkbaar met die van de off-patent geneesmiddelen.
  • Bijkomende besparingen bovenop het bestaande besparingstraject van 250 miljoen euro zijn niet aanvaardbaar.We hebben in België zeer lage prijzen wat leidt tot vertragingen in de terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen en tot onbeschikbaarheden van oude geneesmiddelen. Onze bedrijven hebben ook af te rekenen met de kostenstijgingen van energie, grondstoffen en lonen door de automatische loonindexering die ze niet kunnen doorrekenen in hun prijzen. Bijkomende besparingen hypothekeren dus de ambitie om het huidig gezondheidspeil te behouden en te verbeteren in de komende jaren ten koste van de patiënten in België. Bovendien brengen ze een sector in gevaar die met een groot handelsbalanssurplus en een groeiende tewerkstelling een zeer belangrijke bijdrage levert aan de Belgische economie.
Geert Steurs

Bijkomende besparingen bovenop het bestaande besparingstraject van 250 miljoen euro zijn niet aanvaardbaar.

Geert Steurs
Economics Director - Chief Economist

Het RIZIV bevestigt dat de maatregelen 2022 de voorziene structurele impact zullen hebben in 2023

Voor 2022 wordt er een overschrijding geraamd van 181 miljoen euro. In juni werd de overschrijding nog geschat op

122,7 miljoen euro. Een toename met 58 miljoen euro. Deze toename is echter quasi volledig toe te schrijven aan de vertraging in de uitvoering van besparingen beslist voor 2021 en 2022. In de ramingen van juni was verondersteld dat de maatregelen volledig zouden uitgevoerd zijn maar werd reeds erkend dat er een vertraging was ten belope van 57 miljoen euro. Nu wordt die vertraging bij de overschrijding toegevoegd.

Als sector dringen we al sinds de aankondiging van deze besparingsmaatregelen in december 2021 aan op een tijdige implementatie. Uit de technische ramingen van september van het Riziv blijkt dat deze maatregelen wel degelijk hun vooropgestelde structurele impact zullen realiseren in 2023, maar dus met vertraging. Vervangende maatregelen zijn dus niet nodig. Deze vertraging zit op verschillende niveaus: bij de medicomut, OCA (overeenkomstencommissie apothekers), het kabinet Vandenbroucke en het RIZIV zelf. Veel maatregelen zijn maatregelen appropriate care uit het RIZIV-project meerjarenbudget en vergen nu eenmaal meer tijd op het vlak van uitvoering, maar tevens voor het halen van de beoogde opbrengst.

De overschrijding volgt op 2 jaren (2020 en 2021) waarin er een substantieel overschot was van het geneesmiddelenbudget. De verklaringen voor de overschrijding in 2022 zijn de volgende:

1. Geneesmiddelen onder conventie art 81/111 liggen met zekerheid niet aan de basis van de overschrijding

De verwachte bruto-uitgaven voor geneesmiddelen onder conventie worden nu lager geraamd dan bij de opmaak van het budget. Deze innovatieve geneesmiddelen liggen dus zeker niet aan de basis van de overschrijding. De daling in de geraamde bruto-uitgaven voor deze geneesmiddelen verklaart ook waarom er een daling is in de raming van de refunds voor 2022 tussen de september 2021 raming, die aan de basis ligt van het budget 2022, en die van nu. Overigens stijgen de opbrengsten van de geraamde refunds 2022 tov de refunds 2021 met 17 %.

2. De vergoedingsmassa van de apothekers overschrijdt met 40 miljoen euro ten opzichte van het bedrag vermeld in het budget 2022

Omdat zij ook een onderdeel zijn van het geneesmiddelenbudget, draagt hun overschrijding bij aan de overschrijding van het geneesmiddelenbudget.

3. De voorziene besparingsmaatregelen worden met vertraging ingevoerd, wat voor 56 miljoen euro bijdraagt aan de overschrijding

4. Het budget voor 2022 werd onderraamd met slechts 1,6 % groei

Zeker is ook dat het budget voor 2022 onderraamd werd met slechts 1,6 % budgetgroei in vergelijking met 6,2 % voor de andere sectoren in het gezondheidszorgbudget. Door die grote onderschrijding vorig jaar is de groei in de uitgaven nu artificieel hoog. De stijging is evenwel niet veel groter dan die van de totale gezondheidszorguitgaven in 2022: 7,7 %. Overigens zijn er sectoren waarvan de uitgaven nog meer stijgen in 2022, zoals onder meer de ziekenhuizen, de kinesitherapeuten en de geïntegreerde zorg.

5. Complexe dynamiek tussen klassen van geneesmiddelen

Er is ook altijd de complexe dynamiek tussen klassen van geneesmiddelen waarvan de uitgaven dalen door het off-patent gaan van originele geneesmiddelen of door “kannibalisatie” omdat er een nieuw en beter geneesmiddel op de markt komt, en klassen waarvan de uitgaven groeien door de komst van innovatieve en meer effectieve geneesmiddelen waarvoor misschien een wachtkamer effect speelt of omdat artsen zeer overtuigd zijn van de meerwaarde.

 

De overschrijding van 181 mio € is niet structureel

Vooreerst zijn er de niet-gerealiseerde besparingen die in 2023 wel hun impact zullen hebben. Er is ook de overschrijding van de vergoedingsmassa van de apothekers die afzonderlijk moet worden beschouwd. Tenslotte erkent het RIZIV zelf dat de overschrijding ook beïnvloed wordt door een lager bedrag aan ontvangsten art. 81/111 dan oorspronkelijk ingeschat maar ook dit is niet structureel. In de lange termijn ramingen van het RIZIV gaat men er vanuit dat de refunds de komende jaren nog verder zullen stijgen. Voor 2023 ligt de schatting nu hoger dan bij de meerjarenramingen van vorig jaar (en de voorgaande jaren). De geraamde refunds liggen in 2023 19,9 % hoger dan in 2022 tegenover een groei van 16,9 % tussen 2021 en 2022. Er is met andere woorden geen (structurele) daling.

De overschrijding wordt gedekt door de clawback

We stellen vast dat ook andere sectoren hun budget overschrijden, zoals bijvoorbeeld de artsen (56 miljoen euro), de kinesitherapeuten en de tandartsen. Maar in tegenstelling tot deze sectoren, is de farma-sector geresponsabiliseerd. De overschrijding ligt onder het plafond van de clawback waardoor de overschrijding (na neutralisaties) budgettair integraal zal kunnen worden gerecupereerd.

Voor wat de ramingen voor 2023 betreft en de besparingen:

De reële groei van de geneesmiddelenuitgaven in 2023 in vergelijking met 2022 is kleiner dan die voor het gezondheidszorgbudget in zijn geheel.

Zelfs zonder rekening te houden met de inflatie, is de geraamde groei van de geneesmiddelenuitgaven in 2023 in vergelijking met 2022 kleiner dan die voor het gezondheidszorgbudget in zijn geheel: 3 % tegenover 5,6 % voor de gezondheidszorguitgaven, en dit ondanks de overschrijding in 2022. Rekening houdend mét inflatie is het verschil nog veel groter: 4 % tegenover liefst 11,2 %. Het resultaat is dat het aandeel van de geneesmiddelen in de totale gezondheidszorguitgaven daalt en de uitgaven voor geneesmiddelen dus zeker niet ontsporen.

Ook de uitgaven voor specifiek de innovatieve geneesmiddelen zijn goed onder controle. Zoals hoger vermeld, worden de bruto-uitgaven voor conventie-geneesmiddelen in 2022 nu lager ingeschat dan bij de opmaak van het budget 2022. En over een langere periode beschouwd stellen we vast dat de groei in de netto-RIZIV uitgaven van in-patent geneesmiddelen (I) vergelijkbaar is met die van de off-patent geneesmiddelen (OOnc (originals off-patent zonder concurrentie), OOc (originals off-patent met concurrentie) en Gx en biosimilars).

De ramingen tonen ook dat de (innovatieve) geneesmiddelen extra marge creëren binnen het gezondheidszorgbudget 2023. De ramingen voor geneesmiddelen zijn gedaald met 19 miljoen euro tussen juni en september. En doordat de toename in de refunds wordt toegevoegd aan het begrotingsobjectief (149 miljoen euro, de facto besparingen op geneesmiddelen onder conventie), is de reële groeinorm niet gelijk aan 2,5 % maar 3 %. In de ramingen wordt een stijging van de uitgaven voor geneesmiddelen van reëel 3 % voorzien, waardoor de geneesmiddelen dus duidelijk geen marge wegnemen van andere sectoren, maar exact gelijk groeien als het begrotingsobjectief.

totaal uitgaven

Farmasector bespaart al, als enige sector in de gezondheidszorg

De farmasector is de enige sector die besparingen heeft opgelegd gekregen in het kader van het regeerakkoord, liefst

250 miljoen euro. Volgens de ramingen moet er voor 2023 een bedrag van 31 miljoen euro worden bespaard. pharma.be zal zich, opnieuw, als verantwoordelijke partner gedragen en hierover in overleg treden met het kabinet van de Minister van  Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Nog bijkomende besparingen zijn niet aanvaardbaar

We hebben in België zeer lage prijzen in vergelijking met de zogenaamde EU6-landen (Nederland, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Finland en Oostenrijk). Dat blijkt uit een analyse van de prijzen in het kader van de verplichte communicatie aan het RIZIV. Deze lage prijzen leiden soms tot onbeschikbaarheden. Er is dus geen ruimte meer voor bijkomende besparingen op de off-patent markt.

Maar evenmin op de in-patent geneesmiddelen. De terugbetaling van nieuwe geneesmiddelen wordt immers steeds moeilijker in België en we lopen al achter op andere landen. De lage prijzen voor nieuwe geneesmiddelen zorgen er ook voor dat ze in België later op de markt komen, met negatieve gevolgen voor de patiënten. Dit terwijl innovatieve geneesmiddelen de afgelopen jaren hebben geleid tot hogere gezondheidswinsten, een hogere overlevingsgraad en een toename van de levensverwachting. Een recent voorbeeld zijn de muco-patiënten voor wie de nieuwste zeer effectieve geneesmiddelen al jaren beschikbaar zijn voor de patiënten in onze buurlanden en andere Europese landen, maar niet voor de Belgische patiënten.

Onze bedrijven hebben ook af te rekenen met de kostenstijgingen van energie, grondstoffen en lonen door de automatische loonindexering - als enig land - waarbij ze in tegenstelling tot andere sectoren dit niet kunnen doorrekenen in hun prijzen want die zijn gereguleerd. De niet-indexering van de geneesmiddelenprijzen in tijden van sterke inflatie is op zich al een zeer belangrijke besparingsinspanning. Volgens de economische begroting van het Planbureau van september 2022 bedraagt de gezondheidsindex voor 2022 en 2023 samen 15,9 %.

Bijkomende besparingen hypothekeren dus de ambitie om het huidig gezondheidspeil te behouden en te verbeteren in de komende jaren, ten koste van de patiënten in België. Bovendien brengen ze een sector in gevaar die met een groot handelsbalanssurplus (23,3 miljard euro in 2021) een zeer belangrijke bijdrage levert aan de Belgische economie en als enige sector in de verwerkende nijverheid de afgelopen 20 jaar én een stijgende tewerkstelling én een stijgende productiviteit én een stijgende toegevoegde waarde laat optekenen (Bron: Nationale Raad voor de Productiviteit – jaarverslag 2021).

Become a member

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van het reilen en zeilen binnen de farma-industrie, schrijf je dan in op onze nieuwsbrief!